In opdracht van Staatsbosbeheer voeren wij een SNL-insectenkartering uit in verschillende gebieden op de Kop van Schouwen, in Noord-Beveland en langs het Veerse Meer. Daarbij worden dagvlinders, sprinkhanen en libellen gekarteerd in drie tot vier ronden.
Moerassprinkhaan, nieuw voor Kop van Schouwen en Noord-Beveland
Op 18 juli vloog in een vrij hoge, maar ook vrij ijle rietvegetatie in de Duinzoom ten zuiden van Renesse ineens een lichtgroene sprinkhaan voor de karteerder uit in een lange zweefvlucht. Direct werd gedacht aan Moerassprinkhaan, omdat veel andere soorten liever wegspringen. Het dier ging gelukkig zichtbaar zitten, zodat snel een bewijsplaatje gemaakt kon worden. Er werden geen andere individuen gezien.
Op 21 augustus werden vijf individuen aangetroffen in de zuidrand van de Goudplaat, een schiereiland in het Veerse Meer. Tijdens de eerdere ronde hier werden ze nog niet waargenomen.
Bakker et al. (2015) noemen geen waarnemingen voor Zeeland. De Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF, 2021a) geeft als dichtstbijzijnde populatie in het noorden de zuidoever van het Oostvoornse Meer in Zuid-Holland (ook al in Bakker et al., 2015) en in (sinds?) 2019 is de soort waargenomen in het Groote Gat in het oosten van Goeree-Overflakkee. Ten zuiden daarvan, in het westen van Noord-Brabant lijkt de soort de laatste jaren toe te nemen; bij Steenbergen zit al wat langer een populatie (2012). Vermoedelijk hebben individuen recent (2019 of al eerder) vanuit de Dintelse Gorzen (2020 of eerder) – 9 km vanaf de populatie bij Steenbergen – de sprong over het Schelde-Rijnkanaal naar Zeeland gemaakt, naar de Slikken van de Heen-West (NDFF, 2021a). Vanaf daar naar de Duinzoom is het echter nog ruim 31 km, met daartussen veel grootschalig akkerland en een waterpartij van minimaal 400 meter breed (Zijpe). Naar de Goudplaat is het 36 km, met nog meer water ertussen. Verplaatsing van eipakketten met grond of plantenmateriaal kan een verklaring zijn voor de aanwezigheid in die gebieden. Ook meeliften met voertuigen is mogelijk. Gezien de lage aantallen lijkt nieuwe vestiging het meest waarschijnlijk.
Schavertje teruggevonden bij Renesse
Op 19 juli werd het gebied Vroongronden Renesse onderzocht. Hier was voorkennis over het voorkomen van Schavertje vanuit de opgevraagde gegevens uit de Nationale Databank Flora en Fauna en volgens Bouwman (2005) betreft het een oude populatie, op minstens 80 km van de dichtstbijzijnde populatie in Noord-Brabant. De soort was echter tot op heden niet meer gemeld, ook niet uit Noord-Brabant overigens (Bakker et al., 2015; NDFF, 2021b). Ondanks het niet optimale weer stuitte een van de karteerders al na enkele tientallen meters op een Schavertje. Dit individu riep echter maar een paar keer, zodat slechts een zeer matige opname verkregen werd. Driehonderd meter verder zat echter een actiever mannetje te roepen, ook toen de wolken voor de zon trokken. Daardoor kon hier een redelijke opname gemaakt worden. Nog eens driehonderd meter verder hoorde een andere karteerder er ook een. Het lijkt er dus op dat de soort hier nog steeds wijd verspreid voorkomt. De laatste ronde moet, met optimaal weer, meer duidelijkheid geven over de huidige verspreiding binnen dit gebied.
Bakker, W.H., J.H. Bouwman, F. Brekelmans, E.C. Colijn, R. Felix, M.A.J. Grutters, W. Kerkhof, R.M.J.C. Kleukers, 2015. De Nederlandse sprinkhanen en krekels (Orthoptera). Entomologische Tabellen 8, supplement bij Nederlandse Faunistische Mededelingen. Nederlandse Entomologische Vereniging, Museum Naturalis en eis Kenniscentrum Insecten en andere ongewervelden, Leiden.
Bouwman, J. (2005). Vondst van het schavertje Stenobothrus stigmaticus in Zeeland (Orthoptera). Nederlandse Faunistische Mededelingen 23: 33–36.
NDFF 2021a. Verspreidingsgegevens Moerassprinkhaan, opgevraagd 27 augustus 2021.
NDFF 2021b. Verspreidingsgegevens Schavertje, opgevraagd 14 april 2021.