In de zomer van 2019 is door Van der Goes en Groot, in opdracht van Staatsbosbeheer, een insectenkartering uitgevoerd in de gebieden rond Leende, inclusief enkele beeklopen (Strijper Aa, Tongelreep en Keersop) en daaraan grenzende oeverlanden.

Groentje op dennenopslag in het Leenderbos

Argusvlinder, Bruin blauwtje en Groentje zijn in dit natuurgebied zeldzame soorten, met slechts enkele waarnemingen. Hooibeestje en Bruin zandoogje zijn daarentegen zeer algemeen, zowel op de heide als in (kruidenrijk) grasland. Op de droge heide zijn Heivlinder en Blauwvleugelsprink­haan vrij algemeen, evenals het Knopsprietje en lokaal Harkwesp. In de oeverlanden langs de Strijper Aa is Koevinkje een algemene verschijning. In de Achelse Kluis is Kleine parelmoervlinder een algemene soort, maar op de droge heide is de soort een stuk schaarser. In enkele schraallanden is Gouden sprinkhaan waargenomen, ten opzichte van de hier veel voorkomende Moerassprinkhaan een schaarse sprinkhaansoort. Heidsabelsprinkhaan is algemeen in een vochtig heideterrein in het Leenderbos.

Heideblauwtje op bloeiende Gewone dophei op de Groote Heide.

In het gebied zijn veel libellensoorten aangetroffen, niet onverwacht, aangezien er veel verschillende watertypen in het gebied aanwezig zijn (zure vennen, zwak gebufferde vennen, beken). Rond de beeklopen zijn Blauwe breedscheenjuffer, Bosbeekjuffer en Weidebeekjuffer vrij algemeen, met name langs de Tongelreep. Opmerkelijk is de vondst van een mannetje Gevlekte witsnuitlibel bij een zwak gebufferd ven, een kwetsbare en voor het gebied aangewezen habitatsoort. Daarnaast werden enkele Bruine korenbouten waargenomen langs de Keersop. Zuidelijke keizerlibel en Zuidelijke glazenmaker werden bij enkele vennen aangetroffen, evenals een handvol Venglazenmakers.

Zuidelijke keizerlibel boven een zwak gebufferd ven in het Leenderbos.

Ondanks de zeer droge en warme zomer van 2018 werden toch nog enkele Speerwaterjuffers in het gebied aangetroffen. Dit is één van de absolute “highlights” van het gebied. Uit onderzoek van de Vlinderstichting blijkt dat geschikt biotoop op veel plaatsen in Nederland verdwijnt, of al verdwenen is, doordat de zomers steeds droger en warmer worden. Hopelijk kan de soort zich in dit gebied handhaven. Een soort die juist wel gebaat is bij warme en droge zomers is de Zadellibel. In 2019 vond een influx plaats en ook in Leende werd de soort opgemerkt. In een klein ven werd onder andere een ei-afzettende tandem aangetroffen.