Huidige natuurwetgeving

De nieuwe ‘Wet Natuurbescherming’ (WNB) is vanaf 1 januari 2017 in werking getreden. Deze wet vervangt drie oude natuurbeschermingswetten; de Flora- en faunawet (bescherming van soorten), de Natuurbeschermingswet (bescherming van gebieden) en de Boswet (bescherming van het bosareaal).

Deze nieuwe wet is nog steeds gericht op bescherming van gebieden en van wilde planten en dieren binnen Nederland en is bij vrijwel iedere ruimtelijke ingreep, maar ook bij het uitvoeren van bepaald beheer en onderhoud, van belang.

De zorgplicht zoals gold onder de Flora- en faunawet blijft ook onder de nieuwe natuurwet bestaan. Deze zorgplicht (voor álle soorten) stelt dat bij een ingreep alle maatregelen moeten worden genomen die redelijkerwijs kunnen worden gevergd om negatieve gevolgen te voorkomen of, voor zover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen, deze zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken.

Wat betreft gebiedsbescherming vervalt de bescherming van de Beschermde Natuurmonumenten en blijft de bescherming van Natura-2000 gebieden bestaan. De bescherming van Natura-2000 gebieden is gebaseerd op internationale verplichtingen en deze zijn niet veranderd. De natuurtoets (habitattoets; noodzakelijk om de effecten van de ruimtelijke ingrepen op het habitatrichtlijngebied in kaart te brengen) is voor deze gebieden gelijk gebleven.

Een belangrijk verschil is wel dat taken en bevoegdheden van het Rijk zijn overgegaan naar de provincies met de inwerkingtreding van de nieuwe wet. De provincies hebben hierdoor ieder een eigen invulling gegeven aan de bescherming van soorten door het verlenen van vrijstellingen voor bepaalde soorten.

De lijsten met beschermde soorten is ook enigszins veranderd. Er zijn soorten die in het verleden beschermd waren, maar onder de Wet natuurbescherming niet meer en andersom. De oude beschermingsregimes, zoals: ‘Vogels’ en ‘Tabel 1, 2, 3’ hebben met de Wet natuurbescherming een nieuwe indeling gekregen; ‘Vogelrichtlijn’, ‘Habitatrichtlijn (niet-vogels)’, ‘Habitatrichtlijn (vogels)’ en ‘andere soorten’.

Per provincie verschilt de beschermde status van soorten, aangezien de provincies een eigen invulling hebben mogen geven aan beschermde status van soorten. Tabel 1 geeft een overzicht van alle soorten waar één of meerdere provincie een vrijstelling voor ontheffingsaanvragen hebben afgegeven (12 december 2016).

Onder de nieuwe WNB komen ruimere mogelijkheden om te werken onder een goedgekeurde gedragscode. Ook bij Habitatrichtlijnsoorten, Vogelrichtlijnsoorten en andere soorten zal het onder voorwaarden mogelijk zijn bij ruimtelijke ingrepen te werken onder een gedragscode. De komende tijd zullen gedragscodes hierop worden aangepast.

Om te weten of er juridische belemmeringen zijn in de uitvoer van uw plannen is het aanbevolen om in een vroeg stadium een zogenaamde ‘quickscan’ uit te laten voeren. Wanneer hieruit blijkt dat er redelijkerwijs kan worden aangenomen dat in het plangebied geen beschermde soorten voorkomen, kunnen de geplande activiteiten doorgang vinden.

Als het vóórkomen van zwaar beschermde natuurwaarden niet kan worden uitgesloten en de plannen kunnen leiden tot het overtreden van verbodsbepalingen uit de WNB, dan wordt vervolgonderzoek aanbevolen of kan tijdig worden gekozen voor een andere locatie, andere werkvorm of werkperiode.

Afhankelijk van het beschermingsregime waaronder de aangetroffen soorten vallen kan het noodzakelijk zijn om bij de uitvoering van een project verzachtende of compenserende maatregelen te treffen. Mogelijk moet ontheffing in het kader van de WNB worden verkregen. Ook in dit proces kunnen wij u begeleiden.

Tabellen beschermde soorten Wet Natuurbescherming: ‘Vogelrichtlijn’, ‘Habitatrichtlijn (niet-vogels)’, ‘Habitatrichtlijn (vogels)’ en ‘andere soorten’.

 

Vrijstellingen voor ontheffingsaanvraag voor soorten per provincie