Soortbescherming

Onder de Omgevingswet (Ow) worden bepaalde planten en dieren beschermd. Er zijn vier categorieën met beschermde soorten. Twee categorieën bevatten de soorten die Europees zijn beschermd onder de Habitatrichtlijn (HRL) en soorten genoemd in de Vogelrichtlijn (VRL). Naast deze Europees beschermde soorten is een extra categorie soorten toegevoegd, de ‘andere soorten’. Deze soorten zijn op nationaal niveau beschermd.

Per provincie geldt daarnaast een vierde categorie, de ‘vrijgestelde soorten’. Alleen soorten uit de derde categorie kunnen worden vrijgesteld. Voor deze soorten geldt een vrijstelling van vergunningsplicht bij schadelijke handelingen bij ruimtelijke ontwikkeling en inrichting en bestendig beheer. Bijgaande tabel geeft een overzicht van alle soorten waarvoor één of meerdere provincies een vrijstellingen voor vergunningsaanvragen hebben afgegeven.

Naast de genoemde beschermingsregimes geldt ook de algemene zorgplicht. De algemene zorgplicht in de Ow is een brede zorgplicht en geldt voor de gehele fysieke leefomgeving. ‘Eenieder die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat zijn activiteit of het nalaten ervan nadelige gevolgen kan hebben voor de fysieke leefomgeving, is verplicht om deze gevolgen te voorkomen, te beperken of ongedaan te maken dan wel de activiteit achterwege te laten.’ De algemene zorgplicht is in principe altijd van toepassing, tenzij een specifieke zorgplicht is opgenomen voor een bepaalde activiteit in de Ow.

Specifieke zorgplicht

De specifieke zorgplicht kent een andere reikwijdte dan de algemene zorgplicht. Alle activiteiten die door het verrichten of juist nalaten hiervan negatieve gevolgen kunnen hebben op de fysieke leefomgeving, zijn verboden volgens de Ow. Hierin staat onder andere het verbod op het in lucht, bodem of water brengen van trillingen, geluid, stoffen of warmte die gevolgen voor natuur of landschappen kunnen hebben. Ook staat hierin het verbod om beschermde natuur of landschappen te verwaarlozen met aanzienlijke gevolgen.

De specifieke zorgplicht is van toepassing wanneer er aanwijzingen zijn voor de aanwezigheid van kwetsbare of bedreigde soorten die van nature in Nederland voorkomen. Dit zijn soorten die vallen onder de Vogelrichtlijn, Habitatrichtlijn, nationaal beschermde soorten of soorten die opgenomen zijn op de (nationale) Rode lijsten. Ook natuurlijke habitats of belangrijke leefgebieden van deze soorten vallen onder de specifieke zorgplicht.