Het veldwerk in de Groote Peel van afgelopen seizoen bracht ons vaak naar mooie soorten, vooral waar het water zich het hele jaar door hoog wist te houden. Daar zag je in de hoogveenslenken grote (en diepe) tapijten van waterveenmos met af en toe de heldergroene zee-egel verschijning van Eenarig wollegras (Eriophorum vaginatum) of de roze druppels van bloeiende Lavendelhei (Andromeda polifolia). Toch waren er ook stukken waar je tussen de soms borsthoge horsten van Pijpenstrootje liep en weinig anders kon zien, als je niet zou bukken tenminste. Want als je op dit soort plekken door de knieën ging en de gordijnen van dood gras die van de horsten hingen opzij duwde vond je soms, eigenlijk best vaak, Elzenmos (Pallavicinia lyellii). Donkergroen en vochtig glanzend groeide het steeds op de vermolmde resten Pijpenstrootje (Molinia caerulea), als een blij geheim. Deze soort is internationaal lang niet zo algemeen. In Nederland komt het mos verspreid voor: het meeste in de laagveengebieden, en – weten we nu – dus ook massaal in de Groote Peel.