In de periode oktober – november 2016 heeft Van der Goes en Groot onderzoek verricht naar de verspreiding van Waterspitsmuis in de Amsterdamse Waterleidingduinen. Dit onderzoek werd uitgevoerd door Menno van Straaten. Het betrof een herhaling van een onderzoek dat ook in 2005 en 2010 heeft plaatsgevonden.

Waterspitsmuis in de Amsterdamse Waterleidingduinen
Waterspitsmuis in de Amsterdamse Waterleidingduinen

Door sterke overbegrazing door Damherten in de Waterleidingduinen bleek op veel locaties het habitat van de Waterspitsmuis behoorlijk aangetast. Damherten maken namelijk zeer intensief gebruik van de zone vlak langs de waterrand. Nu ligt juist daar in belangrijke mate het habitat van de Waterspitsmuis. Door betreding en begrazing ontbrak langs veel oevers een dekking biedende vegetatie voor de Waterspitsmuis. Veel geschikte plaatsen om de vallen te zetten waren er hierdoor niet. Maar de plekken die bemonsterd werden, leverde veel meer waterspitsen op. Daardoor is deze soort dit jaar op aanzienlijk meer vanglocaties aangetroffen dan in het verleden. Aangezien ook op door Damherten begraasde locaties met een zeer matige vegetatiedekking Waterspitsmuizen werden aangetroffen, lijkt het aannemelijk dat in 2016 sprake is van een piek in de populatiedichtheid van de Waterspitsmuis. Een nadere analyse met onderzoeksgegevens van andere gebieden geeft daar mogelijk antwoord op.

Noordse woelmuis in de omgeving van Alkmaar
Noordse woelmuis in de omgeving van Alkmaar

Elders in Noord-Holland, langs boezemlanden van het Kanaal Alkmaar-Kolhorn, De Beverkoog en de Schermerringvaart langs Oterleek en Rustenburg, heeft G&G dit jaar onderzoek naar de Noordse woelmuis gedaan. Ook dit onderzoek werd door Menno van Straaten uitgevoerd. Helaas werd de Noordse woelmuis hier niet gevangen, terwijl deze soort daar in het verleden tijdens eerdere inventarisaties wel is aangetroffen. Overigens werden ook van andere zoogdiersoorten zeer lage aantallen gevangen wat doet vermoeden dat er sprake is van een daljaar in de populatiedichtheid van met name woelmuissoorten. Dat dit zeer waarschijnlijk het geval is, is af te leiden uit het slechte broedsucces bij roofvogels, dat dit jaar werd geconstateerd door verschillende onderzoekers in Noord-Holland. Tot onze verbazing ving Menno op 8 november in de Waterleidingduinen wel een drietal Noordse woelmuizen. Dit was de eerste vangst ooit van deze Rode lijstsoort aldaar. Om elke discussie over juiste determinatie te ondervangen is de soort gefotografeerd en is materiaal verzameld om eDNA-analyse te laten uitvoeren.

Noordse woelmuis in de Amsterdamse Waterleidingduinen
Noordse woelmuis in de Amsterdamse Waterleidingduinen

De vraag die natuurlijk over blijft is: hoe komt de soort daar? Gebieden in de omgeving waar de soort (in het verleden) voorkomt liggen op wel 10 tot 20 km afstand met daartussen gelegen stedelijk gebied. Hierdoor lijkt uitbreiding en kolonisatie van het gebied vanuit een aangrenzende subpopulatie onwaarschijnlijk. Voorbeelden van bekende leefgebieden zijn Haarlemmerliede, Spaarnwoude (Zijkanaal C), Westeinderplassen en de Kagerplassen. Of kwam de soort altijd al voor in de Waterleidingduinen en is deze relictpopulatie gewoonweg nooit aangetoond tijdens voorgaande inventarisaties? Zeer interessant is dat in het verleden braakballen zijn gevonden in de Waterleidingduinen met Noordse woelmuis restanten. Conclusies trekken op basis van braakballen blijft lastig aangezien prooien op grote afstand van de vindplaats van de braakbal gevangen kunnen zijn. Een andere optie is natuurlijk dat de soort al dan niet opzettelijk geïntroduceerd is. Dit kan door uitzetacties, maar natuurlijk ook via vrachtladingen van bijvoorbeeld grond of zand. Een saillant detail is overigens dat op deze vanglocatie van Noordse woelmuizen tevens Boomkikkers zijn geïntroduceerd. Mogelijk dat de eDNA analyse meer duidelijkheid in de herkomst (verwantschap met andere populaties) van de Noordse woelmuizen kan geven.