Staatsbosbeheer heeft besloten om op een aantal locaties in de Schoorlse Duinen de bovenste bodemlaag af te plaggen en het gebied te vernatten ten behoeve van het natuurherstel. In verband met deze afgraafwerkzaamheden heeft men besloten maatregelen te nemen om te voorkomen dat de aanwezige nesten van (licht beschermde) bosmierpopulaties verloren gaan.

Staatsbosbeheer heeft Van der Goes en Groot hiertoe opdracht gegeven alle nesten van rode bosmiersoorten op deze locaties in kaart te brengen en verplaatsing van deze nesten te begeleiden. Naast het uitvoeren van deze inventarisatie, heeft Ruud Brouwer namens Van der Goes en Groot ook de ecologische begeleiding bij deze ruimtelijke ingrepen verzorgd. Het gehele project is uitgevoerd in samenwerking met Staatsbosbeheer Schoorl en aannemersbedrijf Dapper.

Een gemarkeerd mierennest voorafgaand aan de translocatie

Tijdens de inventarisatie zijn mierennesten aangetroffen van de Behaarde bosmier (Formica rufa), de Kale bosmier (Formica polyctena) en de hybride van beide soorten (Rode bosmier). Nesten van de hybride waren het talrijkst in het gebied. Alle mierennesten werden gemarkeerd en de coördinaten werden vastgelegd. Het uitgraven en verplaatsen van de mierenhopen werd volgens de voorgestelde methode van de Mierenwerkgroep Nederland uitgevoerd.

De aanleg van een kuil waarin een mierennest verplaatst zal worden

De mierennesten werden volledig en in het geheel verplaatst met de grond en vegetatie direct rondom het nest. Vervolgens werden de nesten overgebracht naar een nieuw gegraven gat op een veilige en vergelijkbare locatie. Om de kans op een succesvolle translocatie te vergroten werd een boomstronk aangebracht ten noorden van nesten en de grond rondom voorzichtig aangedrukt.

Een verplaatst mierennest

Op 24 oktober en 25 oktober 2016 zijn uiteindelijk 24 mierennesten succesvol uitgegraven en verplaatst naar een veilige en geschikte locatie dichtbij de oorspronkelijke nestplaats.
In de loop van het voorjaar zal Van der Goes en Groot het succes van deze translocaties onderzoeken door de verplaatste mierenkolonies nogmaals te bezoeken.