In het najaar van 2016 heeft Van der Goes en Groot, in opdracht van de Gemeente Westvoorne, onderzoek gedaan naar de Nauwe Korfslak in het Gemeenteduin, ter hoogte van de Eerste- en Tweede Slag. Het onderzoek werd uitgevoerd door Jan-Jaap Spaargaren en Maarten Langbroek. In het veld werden mos- en strooiselmonsters verzameld, welke op kantoor onderzocht werden op de aanwezige slakkenfauna.

Nauwe korfslak uit het Gemeenteduin
Nauwe korfslak uit het Gemeenteduin

Uit eerder onderzoek bleek dat de aanwezigheid van de Nauwe korfslak in dit duingebied vrij hoog is ten opzichte van andere duingebieden in Zuid-Holland. In 2012 en 2013 zijn een aantal ingrepen uitgevoerd om meer open duingebied te krijgen in plaats van zeer dicht duinstruweel. Hiertoe is struweel verwijderd en zijn delen geplagd of afgegraven. De gebieden, waar deze maatregelen zijn genomen, zijn daarmee minder geschikt geraakt voor de Nauwe korfslak. Inmiddels raken de gebieden weer aardig begroeid. Het doel van de nieuwe inventarisatie is om te onderzoeken of de Nauwe korfslak deze geregenereerde stukken duin kan herkoloniseren en hoeveel tijd hiervoor nodig is. Op de plekken waar de vegetatie intensief wordt gemonitord zijn dit najaar de monsters ten behoeve van het Nauwe korfslakonderzoek verzameld. Eén van de monsternames ligt in een “refugium” voor de Nauwe korfslak. Dit is een oppervlakte met geschikt biotoop in het gebied dat vrij gebleven is van ingrepen ter bescherming van de soort.

Het verzamelen van gegevens op een monsterlocatie in het Gemeenteduin
Het verzamelen van gegevens op een monsterlocatie in het Gemeenteduin

In het veld is per monsterpunt een aantal zaken genoteerd, zoals bodemsoort, type begroeiing en dominante soorten, vochtgehalte, expositie en hellingshoek. In de totaal 16 opnamen is zand, mos, plantmateriaal en strooisel verzameld volgens het voorschreven protocol. Op kantoor werd elk monster apart gedroogd in een speciale heteluchtoven. De monsters werden hiertoe anderhalf uur lang op 100°C gedroogd. Daarna wordt het materiaal gezeefd met behulp van diverse zeven, van zeer grove (1 cm) tot fijne maasgrootte (2 mm). Met behulp van een zeef met maasgrootte 0,5 mm wordt het zand gescheiden van de rest. Deze rest wordt met name onderzocht op het voorkomen van huisjes van de Nauwe korfslak, maar ook andere aanwezige slakkensoorten zijn genoteerd.

Het uitzoeken gebeurt met een kwastje, pincet en loep. Nauwe Korfslakken zijn slechts ca 2 mm groot en dus moet al het materiaal zorgvuldig bekeken worden. Daarnaast zijn alle andere slakkensoorten verzameld. Na het uitzoeken zijn de soorten gedetermineerd met behulp van een binoculair aan de hand van deskundigenkennis en geraadpleegde literatuur.

In totaal zijn twaalf Nauwe korfslakken aangetroffen, verdeeld over vier monsterpunten. Acht van de twaalf Nauwe korfslaken zijn aangetroffen in het ene monster van het “refugium”. In totaal zijn 26 slakkensoorten aangetroffen. Naast de zeldzame Nauwe korfslak zijn kwetsbare Rode-lijstsoorten aangetroffen, zoals Dwergkorfslak en het Genaveld tonnetje. Andere leuke soorten die aangetroffen zijn, zijn o.a. Ammonshorentje, Dwergpuntje, Tandloze korfslak, Kleine kristalslak en Stekelslakje.